Jacobus 77

Berichten uit de Grassenwei 5

Honderdduizend doden

"Let it come, let it flow." On-Enschedees, absoluut on-Enschedees. Een slanke man met een grote neus en een stevige ribcordbroek, vol rust en welbevinden, motiveert de opgetrommelde local heroes m/v uit de wereld van de vrije kunsten om hun ideeën te spuien. Er moet een theatervoorstelling komen over Enschede. In enkele dagen geďmproviseerd. In theater Concordia.

Het schiet niet op. De koffie gaat rond, er wordt driftig gezogen aan sjekjes. Men vermijdt angstvallig oogcontact. Pijnlijke stiltes. "Ik zou wel een gat in het podium kunnen zagen," oppert iemand. "What about an action-painting Donald?" De regisseur luistert en noteert alles. Dat moet ook wel in deze laot-gaon-fase. Gerrit wil iets doen met het Genesisverhaal, gesteund door zijn uitgever Goos. Om volstrekt duistere redenen krijg ik vreselijke zin om Goos te interviewen. Live on stage, bij wijze van theaterevenement. "Hoe bent u de meest eigenwijze man van Enschede geworden? Doet u mee aan de wedstrijd wie de eigenwijste man van de provincie is?" Mosterdzaadje op rots, mijn idee. Goos doet alleen mee als adviseur.

Naast mij zit Jan Heemstra. Een rijk binnenleven, maar hij doet geen bek open. Hij vindt wel van alles, volgens mij, maar of het tot een creatieve bijdrage aan de voorstelling zal leiden, betwijfel ik ten zeerste. Aan de andere kant: zou toch die wereldwijze mismoedigheid niet érgens toe leiden?

Gerrit, Jan & Ik doen mee. Wij Doen Iets. Geen idee wat. Over een dag of tien staan we op het podium van Concordia en presenteren iets letterkundigs over Enschede. Aline Vis heeft het geboekstaafd, het is onherroepelijk, ja onontkoombaar geworden. Wij wankelen de trap af. Vooral Jan kijkt of hij -reeds bij leven- zijn pik ter beschikking heeft gesteld van de wetenschap. Wij drinken met gemaakte nonchalance. Duvels, in hoog tempo. "Wat kan 't schott'n. Wie dööt 't gewoooon!" beslist Gerrit. "Komt wel goed," zeg ik, overmoedig door de drank. Plotseling zien wij dat Jan Heemstra aanstalten maakt om te gaan spreken. Wij schuiven op het puntje van onze stoel. Jan kijkt ons droevig aan, trekt zijn zware predikantenwenkbrauwen ver omhoog en verzekert ons, in plat-Haarlems: "'t Wordt niks. Heilemaol niks."

Gerrit doet uiteindelijk in zijn eentje Genesis-in-'t-plat. Jan en ik zullen de voorstelling openen met een samenspraak vanaf het balkon van Concordia. Het zaaltje is stampvol en de zenuwen gieren door onze keel. Vooral als onze cue niet komt. Jan en ik komen vol in de spotlights te staan terwijl wij absoluut nog niks moeten zeggen. Het loopt ons dun door de broek, maar wij zeggen niks. "Fuck you, eerst onze cue," denken wij. Jans blaadje trilt als een espenblad. Nog net op tijd gaan de verzengende lichten weer uit. Bij de tweede poging gaat het beter. Jan zet voor: "1945: atoombom op Hirosjima: 100.000 doden." Ik kop vreselijk in eigen doel en declameer, met veel te veel drama in mijn stem: "1945 : inwoners Enschede: 100.000 doden." Een homerisch gelach stijgt op uit de zaal. De rest van de show gaat mij niet meer aan...